In de tuin van haar pas gerestaureerde hoeve heeft Leen Vermast een skelet opgegraven. Hoofd-inspecteur Pieter Van In en substituut Hannelore Martens krijgen de zaak toegewezen. Het spoor leidt naar betonkoning Lodewijk Vandaele, die via zijn hulporganisatie voor behoeftigen, meisjes ronselt. Wanneer de autopsie uitwijst dat het skelet van een transseksueel is, ontdekken Van In en Martens een uitgebreid prostitutienetwerk.