Een mooie danseres heeft twee bewonderaars: de ene is een jonge werkneemster die ze slechts per ongeluk heeft ontmoet, en de andere is een gewetenloze zakenman. De arbeider had een opleiding gevolgd tot boeddhistische monnik en naarmate zijn interesse in de danser en de zoektocht van de zakenman naar de vrouw zich ontwikkelt, belanden de danser en de voormalige monnik op de archeologische vindplaats Angkor.