Het oude Korea, 1728. Zwaardvechter Kim Ho, bewaker van koning Yeong-jo van Joseon, wordt gedegradeerd en naar de Uigeumbu-gevangenis gestuurd. Als de nacht valt, wordt de gevangenis aangevallen door de meesterkrijger Do Man-cheol en zijn machtige handlangers met als doel Lee In-jwa te bevrijden, die ter dood is veroordeeld omdat hij in opstand kwam tegen de koning.