Managementconsultant Charlotte reist naar Zuid-Frankrijk om de nalatenschap van haar oom over te nemen: een uitvaartcentrum in een klein kasteel. De jonge vrouw is er zeker van dat het gebruik van het onroerend goed voor toerisme tot hogere winsten zou leiden en wil het daarom zo snel mogelijk verkopen. Ware het maar niet voor André, die de andere helft van het instituut erfde en het levenswerk van zijn pleegvader wil eren. Wanneer Charlotte beseft dat de begrafenisondernemer haar zandbakliefde is, schaamt ze zich er zelfs voor dat ze haar toevlucht heeft genomen tot oneerlijke middelen om haar doel te bereiken. Ze raakt verwikkeld in een spelletje jeu de boules met André, dat het lot van het pand zal beslissen.